Wanneer een medewerkster in verwachting is, heeft zij altijd recht op minimaal 16 weken verlof; 6 weken zwangerschapsverlof en 10 weken bevallingsverlof. Het zwangerschapsverlof kan naar eigen keuze van de medewerkster ingaan in de periode van 6 tot 4 weken vóór de dag na de uitgerekende datum. Het bevallingsverlof gaat altijd in op de dag na de bevalling. Tijdens dit verlof betaalt UWV de zwangerschaps- en bevallingsuitkering (WAZO). Deze uitkering duurt net zo lang als het verlof. Maar wat gebeurt er wanneer een medewerkster zwanger is en in het verzuim zit?
Verzuim tijdens de zwangerschap
Het UWV betaalt dus de zwangerschaps- en bevallingsuitkering. Wanneer een medewerkster in het verzuim zit of terecht komt, is het belangrijk om een vangnet melding te doen bij het UWV. Let hierbij goed op of er sprake is van samengesteld verzuim (voor en na afloop van het verlof), eventuele nieuwe beperkingen en of het vangnet wordt toegekend.
Komt de medewerkster in het verzuim als gevolg van de zwangerschap of bevalling én gaat zij uit dienst? Of krijgt de medewerkster die verzuimt als gevolg van de bevalling een WGA-uitkering toegekend? Dan gaat het om een vangnet situatie. Deze medewerkster valt dan niet meer onder het instroomrisico Ziektewet/WGA voor de ex-werkgever. Dit neemt echter niet weg dat u dient te voldoen aan de Wet Verbetering Poortwachter tijdens het lopende dienstverband. Gaat de medewerker ziek uit dienst? Dan dient dit dossier te worden overgenomen door UWV, en niet door de partij/ arbodienst die de ziektewetbegeleiding doet. Belangrijk is dat deze instroom niet wordt toegerekend in de Whk-beschikking.